Vandaag nog eens koekjes gebakken. Eenvoudige koekjes voor een simpele “dankuwel”. De afgelopen weken hebben we Marijke, ons begeleidster van de natuuroudercursus, leren kennen als een gedreven en gepassioneerde natuurliefhebster die ons keer op keer wist te enthousiasmeren. Ze zette de cursus naar haar hand met als grootste leidraad: geniet en bekijk alles met de ogen van je doelgroep, soms confronterend, maar minstens even vaak verrassend.
Ik ging op zoek naar een koekje dat bij haar zou passen. Ik kwam uit op de karwijkrullen omdat het een kinderlijk eenvoudig koekje is dat toch net die andere twist heeft. Door de toevoeging van een paar schepjes karwijzaad krijgt het de pit die we ook vonden bij Marijke.
Wat zit er in
- 150 g bloem
- 150 g poedersuiker
- 3 eiwitten
- 150 g gesmolten boter
- 2 eetlepels karwijzaad [onder andere te vinden bij Vits-Staelens, Bij Sint-Jacobs 14 in Gent]
Zo bereid
Zeef de bloem en de suiker in een royale beslagkom. Doe er de eiwitten bij en start zachtjes te roeren. Naarmate de bloem en suiker gebonden worden kan je sneller gaan kloppen tot je een glad mengsel hebt.
Roer er nu de gesmolten boter door en kieper er de zaadjes bij. Haal de klopper, ofte garde voor de taalpuristen, er nog eens flink door en laat het deeg een half uur afkoelen in de koelkast.
Verwarm de oven voor op 180°C en voorzie een aantal bakplaten van bakpapier.
In het origineel recept ‘strijk je het deeg op de bakplaten tot dunne rondjes’. Dat vond ik niet zo makkelijk werken, dus kiepte ik het deeg in een diepvrieszakje waar ik een puntje afknipte zodat ik een wegwerpspuitzak-met-makkelijk-aanpasbare-spuitmond bekwam. Nu draai je mooie rondjes op het bakpapier tot je koekjes krijgt van de door jou gewenste grootte [ik varieerde tussen de 4 en 7 cm denk ik]. Spatieer de koekjes wel een beetje want ze lopen toch wat open in de oven.
Bak ze zo’n 5 à 6 minuten tot de randjes mooi bruin worden. Haal bakplaat per bakplaat uit de oven, haal de koekjes er stuk voor stuk af en krul ze over een koud voorwerp. Ik gebruikte een klein vaasje, maar merkte dat gewoon rond je vinger draaien ook lukt [het feit dat het hier ‘vlezige’ vingers betreft zal wel wat helpen]. Laat ze afkoelen op roosters en klaar is kees.
Ik dacht eerst dat het karwijsmaakje, wat een beetje een lichte versie van anijs zou kunnen zijn, de kinderen zou afschrikken, maar dat had ik goed fout. Dus snel Marijkes doosje gevuld en de rest in de koekentrommel gedropt, voor morgen na school.






[ smaak: *** | presentatie: *** | bakgemak: *** ]